Het kan ook met minder. Je helpt schaarste voorkomen, en geeft je portemonnee en het milieu meteen een duwtje in de rug.
Verlichting
- Doof de lichten zodra je een ruimte of een gang verlaat.
- Beperk het aantal brandende lampen en stem de lichtsterkte af op wat je wil doen (koken, lezen, tv-kijken …).
- Gebruik lampen die weinig verbruiken: een led- of spaarlamp verbruikt veel minder elektriciteit dan een gloeilamp en biedt een lichtsterkte die minstens 4 keer hoger is. Halogeenlampen zijn echte ‘energievreters’.
- Zorg ervoor dat er zoveel mogelijk natuurlijk licht binnenkomt.
Elektrische verwarming
- Verwarm enkel de leefruimten, zoals living en keuken als je thuis bent tot maximaal 19°C-20°C.
- Sluit ’s avonds de gordijnen en rolluiken.
- Laat ‘s nachts, of als je overdag niet thuis bent, de temperatuur in de leefruimten en in de kamers zakken tot maximaal 15°C-16°C.
- Stel de temperatuur in op 12°C als je meerdere dagen afwezig bent.
Elektrische toestellen
- Gebruik je wasmachine, droogkast of vaatwasser –indien mogelijk- na 20 uur of tijdens de daluren (over het algemeen tussen 22 uur ’s avonds en 6 uur ‘s morgens). Zo verschuif je je verbruik buiten de verbruikspiek.
- Gebruik een microgolfoven in plaats van een klassieke oven.
- Was op lage temperatuur, bijvoorbeeld 30° C.
- Gebruik een laptop in plaats van een vaste computer.
Apparaten in waakstand
- Schakel alle apparaten (computers, televisie, decoder, dvd-speler, hifiketen) volledig uit als je ze niet gebruikt. Zet ze dus niet in waakstand.
- Trek de lader van je gsm of laptop uit het stopcontact zodra het toestel is opgeladen.
- Steek de apparaten zonder schakelaar in een contactdoos mét schakelaar en zet de schakelaar uit wanneer de apparaten niet worden gebruikt