De galgeknok

Dit driehoekig veldje, gelegen langs de Ballingstraat, was ooit de plaats waar de heren van de Hondschoteheerlijkheid het recht hadden om een galg op te richten. Het was een uitwendig teken van rechtsmacht en tevens een waarschuwing voor passanten. De heer bezat de bevoegdheid om te oordelen over leven en dood.
In het renteboek van de heerlijkheid Hondschote uit 1602 lezen we: … een driehoekte erveke ghenaempt den galgecnock, …. ende aldaer ghestelt de galge van dese jurisdictie... (uit het R.A.K. , Renteboek Hondschote)
In de middeleeuwse justitie was het recht van 'put ende galge' automatisch verbonden met het leen en de heerlijkheid. Inhoudelijk was het een rechtsterm voor het uitspreken van een verbanning. Een man riskeerde de 'galge' of ophanging en een vrouw de 'put', ofwel levend begraven worden, wanneer hij of zij voortijdig terugkwam uit ballingschap. Deze straf werd echter zeer uitzonderlijk toegepast. Maar de heer had wel alle recht tot het oprichten van de galg en uitvoeren van de straf. Of de galg hier ooit werd gesteld is zeer twijfelachtig.

Pagina in opbouw (maart 2024)