Kloosterhoeve Guldenbergabdij

In deze beschermde site bevindt zich de vroegere kloosterhoeve van de Guldenbergabdij.

Vooral de monumentale westelijke poort (1743) en de duiventoren (1699) op de binnenkoer van de hoeve zijn merkwaardig. De westelijke poort werd in 2003 gerestaureerd met steun van het gemeentebestuur en het ministerie van de Vlaamse gemeenschap - afdeling Monumenten en Landschappen.

De monumentale poort kan je bezichtigen via de Kloosterstraat. De duiventoren staat op de binnenkoer (privé-domein) en ook te zien vanaf de Kloosterstraat.



De Guldenbergabdij werd tussen 1242 en 1261 in de nabijheid van de Leie opgetrokken. Het was een cisterciënzerinnenklooster in 1214 gesticht te Moorsele door Margaretha van Guines, Burggravin van Kortrijk. Cisterziënzerinnen leefden zeer sober en streng en voor hun levensonderhoud was bezit van vee en gronden onontbeerlijk. Vele eeuwen later, in 1758, verkreeg het klooster wereldlijke macht. De toenmalige abdis Augustina Peuterman kocht de heerlijkheid van Wevelgem en het Goed Te Marrem van de voogden van de zevenjarige Charles d’Esclaibes, heer van Wevelgem. Daardoor verkreeg de abdis de titel ‘Vrouwe der Parochie ende Heerlykhede Wevelgem’.

Na een turbulente geschiedenis van opbloei en verval, plunderingen en rijkdom werd het klooster met de Franse Revolutie in 1797 opgeheven. De kerkelijke gebouwen werden steen voor steen afgebroken, alleen de kloosterhoeve blijft als getuige van deze voorbije periode.