Lode De Boninge

Straatnamen Wevelgem

Lode (Louis) De Boninge werd op 26 november 1896 geboren te Antwerpen als zoon van Frederic De Boninge en Anna Vanruymbeke.
Wanneer vader Frederic tot notaris werd benoemd verhuisde het gezin naar Wevelgem op 26 oktober 1900 en betrok het huis met nummer 13 in de toenmalige Statiestraat.
Thuis kreeg Lode een Frans georiënteerde opvoeding.
Van 1906 tot 1913 liep hij school aan het Sint-Amandscollege te Kortrijk.
Reeds in zijn jeugdjaren te Wevelgem sprak hij vlot Nederlands en tijdens zijn collegejaren kwam hij in aanraking met zowel Vlaams voelende leerkrachten als medeleerlingen.
In september 1913 vertrok Lode naar het Klein Seminarie te Roeselare ter voorbereiding van het priesterschap. Gezien zijn interesse om missionaris te worden ging hij naar het nieuwe seminarie van de Witte Paters te Boechout bij Antwerpen. Met het uitbreken van WO I in 1914, vervolgde hij zijn opleiding te Boxel (NL). In 1915 startte zijn noviciaat of proefperiode.
Tijdens WO I werden ingevolge een wet van 6 november 1915 alle Belgische novicen opgeroepen voor dienst in het leger.
Hij volgde een opleiding tot brancardier in Auvours (FR) en vervoegde in juni 1916 zijn eenheid aan het IJzerfront. Hij was begaan met het welzijn van zijn medesoldaten en was de bezieler van een informatief frontblaadje “De Leiekerels, tijdschrift voor Wevelgemsche jongens aan den IJzer”.
Geconfronteerd met de vernederende positie van de Vlaamse soldaten aan het front groeide zijn Vlaams gezindheid en trad hij toe tot de frontbeweging.
Hij veranderde zijn officiële voornaam “Louis” in “Lode” als teken van zijn Vlaams zijn.
In januari 1918 werd hij samen met enkele makkers na het verspreiden van “plakbrieven” aangehouden en opgesloten. Hij werd beschuldigd van het verspreiden van pamfletten met Vlaamse eisen en werd veroordeeld door de Krijgsraad. In beroep werd zijn straf omgezet in een voorwaardelijke straf, werd hij in vrijheid gesteld en kon hij zijn eenheid vervoegen.
Terug aan het front sneuvelde hij in de nacht van 6 op 7 mei 1918 tijdens een zwaar bombardement bij Sint-Joris (Nieuwpoort). Op 10 mei 1918 werd Lode de Boninge ten grave gedragen op begraafplaats ‘Duinhoek’ te De Panne.
Op 16 juli 1921 werd zijn stoffelijk overschot door toedoen van zijn ouders en met medewerking van de V.O.S.-afdeling Wevelgem (Vlaamse Oud-strijdersbond) overgebracht naar de burgerlijke begraafplaats in de Menenstraat te Wevelgem.
Op 19 augustus 1934 werd hij te Diksmuide geëerd als “IJzersymbool” ter gelegenheid van de 15de bedevaart en werd beeldhouwwerk onthuld dat Lode de Boninge samen met een makker voorstelde. Het werd ingebouwd in de oorspronkelijke IJzertoren.
Na vernieling van de IJzertoren in 1946 werd het beeld in 1949 in de PAX-poort geplaatst.

Bronnen:
- Philippe Haeyaert, Lode De Boninge (1896-1918), Tijdschrift Wibilinga, jaargang 5 nr3, 1992
- Heemkundige Kring Wibilinga, Wevelgem in beeld, een terugblik, uitgave in eigen beheer, 1997

Lode De Boninge